Onmiddellijke intrekking rijbewijs
De onmiddellijke intrekking van het rijbewijs leidt tot een tijdelijke opschorting van het recht om te rijden. Deze maatregel wordt opgelegd door het Openbaar Ministerie. De politie vraagt hiervoor toestemming aan het Openbaar Ministerie om het rijbewijs tijdelijk in te trekken. De persoon van wie het rijbewijs onmiddellijk is ingetrokken, moet dit op verzoek van de politie inleveren, nadat het Openbaar Ministerie de intrekking heeft bevolen. Als hij dit niet doet, kan het Openbaar Ministerie bevelen het document in beslag te nemen.
Teruggave van het rijbewijs na onmiddellijke intrekking:
Het rijbewijs wordt teruggegeven na vijftien dagen, tenzij verlengd door de politierechtbank.
Het wordt ook teruggegeven bij het verstrijken van de verlengde periode door de rechtbank.
Het rijbewijs wordt teruggegeven als de rechter de intrekking van het rijrecht niet uitspreekt.
In geval van vertrek van het grondgebied door de houder van een buitenlands rijbewijs dat niet voldoet aan de voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te verkrijgen.
Sancties bij het niet teruggeven van het rijbewijs:
De bestuurder riskeert een gevangenisstraf van één dag tot één maand en/of een boete van 10 tot 4000 euro. Bij herhaling binnen drie jaar worden de straffen verdubbeld.
Rijden tijdens een periode van onmiddellijke intrekking:
Rijden terwijl het rijbewijs onmiddellijk is ingetrokken, wordt bestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en/of een boete van 1600 tot 16 000 euro, met een intrekking van het rijrecht voor een periode van 3 maanden tot 5 jaar, of zelfs definitief in geval van herhaling binnen het jaar.
Voor verdere vragen kunt u contact met ons opnemen via ons online formulier of telefonisch.
